Caring Congres: wie zorgt er nou beter voor het kalf?

18.11.2025

Wie zorgt er nou beter voor het kalf? De boer of de koe? Dat was de vraag die tijdens een kennissessie op Caring Congres, 8 november in Wageningen werd beantwoord. Aan het woord:

  • Gerjo Koskamp: biodynamische melkveehouder met 30 jaar ervaring met kalf bij koe.
  • Eduard Visscher: werkzaam bij Eyes on Animals en auditor dierenwelzijn voor Kalverliefde.
  • Adriaan Antonis: onderzoeker rundveehouderij bij faculteit Diergeneeskunde

De sessie werd geleid door Eva Topelberg van Caring Farmers.

Gerjo Koskamp

Hij heeft samen met zijn vennoot Jara in de Achterhoek een melkveehouderij “Ruimzicht”, dat steeds kleiner is ‘gegroeid’ tot momenteel 30 melkkoeien. Opgegroeid op een gangbaar bedrijf, heeft Gerjo dit bedrijf in 2004 omgeschakeld naar Biodynamisch. Gerjo hield een enthousiast verhaal over zijn zoektocht met vallen en opstaan naar de beste manier om kalveren bij de koe te houden. Nu blijven zowel stier- als vaarskalveren drie maanden bij de moeder, blijven alle dieren op de boerderij en worden zowel vlees als zuivel verkocht via de eigen boerderijwinkel, markt en Odin Foodcoop.

Het was een grote wens van Gerjo om zo natuurlijk mogelijk te boeren, maar ook om de koeien zoveel mogelijk hun natuurlijke gang te kunnen laten gaan. Daarom liet hij een koe die moeder was geworden een paar dagen bij haar kalf. En later een andere moeder een paar weken. Het lastige daarvan was dat de  kalverenhandel de kalfjes jongwillen hebben, en niet met 3 maanden.  De zoektocht van de duur dat kalf bij koe mocht zijn, verliep van 2 weken naar 2 maanden naar 3 maanden. Omdat ze met 2 maanden nog melk nodig hebben zijn ze naar 3 maanden gegaan, je hebt er anders veel werk aan om ze bij te voeren en ze kunnen een terugval krijgen. Dat is met 3 maanden spenen niet het geval. Bij het melken van de koeien willen de moeders de melk niet laten schieten. Gerjo laat in de melkstal dan soms het kalfje erbij, dan lukt het wel en je kan het kalf dan ook even kroelen, zo voorkom je wilde kalveren.

Gerjo maakt gebruik van een kalvercreche voor het afspenen. Kalf gaat met een volle buik met koe in de crèche, de koe wordt eruit gehaald en kalf blijft. Tot de moeder weer het kalf komt opzoeken of het kalf roept. In een aantal dagen kun je kalf relaxed losweken. Bij sommige koeien moet je wel 5x even het hek open doen, bij andere 1x. De eerste dagen krijgt het kalf nog een volle uier. Daarna 2 kwartieren. Zo wordt afgebouwd tot een leeg uier. Als ze gespeend zijn gaan de kalveren samen uit de kudde, en pas na 6 maanden weer terug.

Toen boerderij Ruimzicht nog geen kalf-bij-koe deed hebben ze een keer Rotacorona gehad. Dat heeft toen veel levens gekost. Naderhand, toen de kalveren wel bij moeder dronken is er nog een keer Rotacorona geweest en heeft Gerjo de koeien behandeld met homeopathie. Verplicht warm water drinken met zoutoplossing erin. Dat heeft bijna de hele kudde gered.

De koeien van Gerjo en Jara krijgen geen krachtvoer en de koeien grazen op arme grond (zand), ze hebben een kantelpunt in de gezondheid gehad. Kalveren kregen een doffe huid, dunne mest, het kwam door seleniumtekort. Aanplanten van wilgen zou dat op kunnen lossen doordat de wilgen het uit de diepere lagen van de bodem haalt. Als de kalveren na 3 maanden gespeend zijn krijgen ze daarom nu wel krachtvoer. De hele kudde krijgt nu jaarlijks een pil om het seleniumtekort op te heffen.

Omdat boerderij Ruimzicht een BD bedrijf is, hebben alle koeien hoorns. Een ligboxenstal is te klein voor koeien met hoorns. Daarom kozen ze voor een stal concept volgens Jan vrolijk. Een heuvelstal met stro, waar de koeien en kalveren door elkaar heen lopen. Gerjo en Jara hebben de helft van de fosfaatrechten omgezet in kaasmakerij. Door het halveren van de veestapel kunnen nu alle kalveren blijven en verzuivelen ze zelf al hun melk en verkopen hun eigen vlees.

Het is en blijft een uitdaging, als er iets mis gaat, is dat een leermoment. Gerjo en Jara worden blij van hun gezonde fitte kalveren. Voor hen is het duidelijk, de moederkoe zorgt het beste voor haar kalf en de gezondheid van de dieren gaat erop vooruit.

Lees én kijk hier meer over Boerderij Ruimzicht en de kalveren bij Gerjo.

Eduard Visscher

Eduard heeft in Australia ervaring opgedaan bij een bedrijf met 2000 koeien, gangbaar. Nadat hij ontdekte hoe vervelend hij het vond om de kalveren bij de koe weg te halen, werkte hij een tijd bij Piet IJzendoorn op de Zonnehoeve, en maakte in die periode kennismaking met Eyes on Animals en hun rapport “Giving milk a good Shake.” 

Kalf-bij-koe lijkt mooi voor de dieren maar er ontbrak een aparte melkstroom en bijbehorende prijs, tot de oprichting van Kalverliefde in 2022. Eduard vertelt over zijn werk als auditor bij de 7 biodynamische melkveebedrijven die leveren aan Kalverliefde. Daar blijven alle kalveren die melkkoe worden 3 maanden bij de (pleeg)moeder. Het doel is om uiteindelijk alle kalveren bij hun eigen moeder te laten lopen, want het gaat niet alleen om het welzijn van de kalveren, maar ook om het welzijn van de melkkoeien.

De overige kalveren drinken 35 dagen bij de koe en gaan naar een adres waar ze buiten kunnen lopen tot een leeftijd van zo’n 7 maanden. Al met al een veel beter leven dan de meeste kalveren in Nederland die na 2 weken op het melkveebedrijf via kalvercentra naar de gangbare kalverhouderij gaan waar de kalveren nooit buiten komen en waar er vele gezondheidsproblemen zijn.

Eduard benadrukt dat de biodynamische bedrijven die leveren aan Kalverliefde op álle vlakken duurzaam zijn: gezonde bodems, geen kunstmest, veel biodiversiteit, veel weidegang, grondgebonden, gehoornde koeien. Ook zijn er erg weinig emissies van stikstof en broeikasgassen vergeleken met de gangbare melkveehouderij. Op alle vlakken scoren deze bedrijven goed. Wat opschalen tegenhoudt is de marktvraag, hogere prijs en gebrek aan beleid.

Adriaan Antonis

Adriaan is docent en onderzoeker en geeft diergeneeskunde studenten kennis over dierwaardigheid mee en leidt het project Boeren voor Morgen (BvM) waarin het dier centraal staat. Hij houdt een bevlogen verhaal: al 10 jaar is er ophef over het scheiden van koe en kalf. In 2016 wilde de Tweede kamer plannen maken voor kalf bij koe, maar dat werd afgevlakt tot een verkenning die Adriaan mocht gaan leiden en allerlei onderzoeken volgden:

  • onderzoek naar moeder-kind die een dag en nacht of een paar uur bij elkaar doorbrachten alvorens ze gescheiden werden.
  • Vervolgens werd onderzocht hoeveel melk dat kalf dan binnen krijgt.
  • En of afspenen beter geleidelijk kan gebeuren dan abrupt.  En ja, dat was het geval.
  • Er kwam een onderzoek naar microbiotica. Kalf moet een microbioom opbouwen gedoseerd voor een goed immuunsysteem. De uitkomst van het onderzoek is dat de gezondheid van het kalf heel positief is.
  • Het likken van kalf door de koe heeft meerdere functies, onder andere dat de mest wordt afgedreven.
  • Koeien leren van elkaar, in een familiekudde. Het is belangrijk voor het sociale gedrag van de dieren. 
  • Management arbeid en arbeidsvreugde: het vergt wat meer maar levert meer arbeidsvreugde op.
  • Aandacht voor huisvesting: afkalfstallen, klimaat (tocht), vloeren, hekwerk, melkstal.
  • Economie: verdienmodel boer is melk, kalf zuipt teveel weg.

Kortom: al 10 jaar blijkt uit onderzoek dat kalf bij koe heel goed kan. Het is wel een omschakeling voor de boer, maar over het algemeen zijn de kalveren gezond, laat een kalf in de kudde overduidelijk veel meer speelgedrag zien, is moederliefde goed en is er geen reden om niet door te pakken.

Adriaan heeft zelf ook een boerderij met schapen. Ook daar werden de lammeren gescheiden van de schapen na de geboorte. Adriaan vroeg zich af, “waarom doe ik dat”. Na een presentatie van Eyes on Animals liet hij toch de lammeren bij schaap. De ooijen gaan overdag naar buiten en ’s-avonds naar binnen waar de lammeren kunnen drinken. Geleidelijk spenen ging prima. Van zijn 20 varkens laat hij nu ook de zeug bepalen wanneer er gespeend wordt.

Momenteel loopt een onderzoek naar de uiergezondheid bij 18 kalf bij koe bedrijven, maar ook daaruit blijkt dat dit lang niet bij alle bedrijven een probleem is, en zeker niet erger/anders dan bij de gemiddelde melkveehouderij.

Als het aan Adriaan ligt, is het tijd om te stoppen met onderzoeken en praten, maar om op te schalen. Op de proefboerderij van de UU gaan ze in ieder geval aan de slag. Hierbij hoort wel een hogere melkprijs en stimulerend beleid.

Vanuit de zaal komt nog de vraag of vlees en zuivel niet meer geïntegreerd zouden moeten worden, en daar is iedereen het over eens. En wat gangbare boeren zouden kunnen leren van Kalverliefde en Gerjo: gangbare boeren kunnen lang niet allemaal direct de overstap maken naar kalf bij de moeder, maar wel de stap naar pleegmoeders of in ieder geval 2 de kalfjes samen houden in plaats van apart. Ook kunnen melkveehouders starten met de kalveren meer melk geven dan dat ze nu doen. Want dat blijkt wel uit de kalf bij koe bedrijven: als het kalf kan kiezen, drinkt ze veel meer dan ze nu gemiddeld krijgt.

  • Conclusie: de koe zorgt beter voor het kalf, maar voor de veehouder betekent het vakmanschap. Een hogere melkprijs is belangrijk.