Jan Wieringa, Veld en Beek, over kalveren bij de koe

Jan Wieringa is de oprichter van het Biologisch Boerderij Veld en Beek, gemengd melkveebedrijf in Doorwerth, Gelderland. De boerderij heeft 50 melkkoeien en 450 ha land, deels voor de koeien en deels voor akkerbouw, groenten en fruit. ’s Zomers gaan de koeien 24/7 de wei in.

De afgelopen 20 jaar mogen op deze boerderij kalveren zogen bij een pleegmoeder. Maar sinds 1,5 jaar blijven de kalfjes die melkkoe worden nu 3 maanden bij hun eigen moeder want “het leek een meer natuurlijke manier van kalveren opfokken”.

Dit geldt (nog) niet voor mannelijke kalveren, de investering die hiervoor nodig is om ze bij hun moeders op te voeden is voor Veld en Beek financieel nog steeds niet haalbaar. Zoals voor veel andere boeren. De stiertjes worden gescheiden in een apart hok gehouden waardoor ze hun moeders nog steeds kunnen zien en ruiken, maar niet kunnen zogen.

De vaarskalfjes die bij hun moeder zijn gebleven worden op een leeftijd van drie maanden gespeend. Dit is een delicaat proces, want er is een sterk band tussen moeder en kalf.

Spenen

Jan Wieringa spreidt het proces van spenen uit over 2-3 dagen door een plastic neusring in de neus van de kalveren te steken, waardoor het kalf niet kan zuigen, maar het nog steeds contact met de moeder heeft. Na die 3 dagen worden de clips verwijderd en gaan alle kalveren naar een aparte jongveestal. Na de scheiding krijgen koeien en kalveren een homeopatisch geneesmiddel toegediend, om de scheidingsstress te verminderen. 

Stalaanpassingen?

Aangezien het systeem kort geleden geïmplementeerd is (1,5 jaar) is er tot nu toe niet veel veranderd in de stal behalve dat een aantal waterbronnen lager zijn gehangen zodat de kalveren er bij konden. Voor de toekomst wordt er gedacht aan een “kleuterschool”-hok voor kalveren.

De stal heeft een open ontwerp met ligboxen en heeft een aparte ruimte voor stierkalveren en ook een aparte afkalfruimte (foto 1) aan het einde van de stal om het gevoel van privacy te creëren. Tot nu toe waren er geen grote investeringen nodig om dit systeem te realiseren.

De boer over het kalf bij de koe-systeem

De belangrijkste motivatie voor Jan om voor dit systeem te kiezen, was het feit dat dit zowel voor hem als voor zijn dieren een natuurlijkere oplossing leek.

Jan: “Een nadeel van kalveren bij de koe is dat tijdens het zogen van kalveren het niet precies duidelijk is hoeveel melk een koe produceert, iets wat ik wel graag wil weten.” Een ander belangrijk aandachtspunt is ervoor te zorgen dat de kalveren direct na de geboorte voldoende biest drinken”.

Het voordeel van het kalf bij de koe systeem is dat het aanzienlijk minder werk oplevert. De kalveren die bij hun moeder zijn opgegroeid, zijn op latere leeftijd gezonder en sterker. Dus ook al verkoop je tijdelijk minder melk, kalfjes bij de koe houden is een goede investering in de toekomstige melkkoe.

Het is belangrijk dat je aandacht geeft aan de socialisatie van de kalveren; aaien, aanraken of tussen hen wandelen, want je benadert ze niet meer om ze de fles te geven. Dit helpt jonge dieren om aan mensen te wennen en vertrouwen op te bouwen.

Over het algemeen vereist het systeem motivatie, toewijding en bereidheid om te experimenteren om erachter te komen wat werkt en wat niet werkt. Met dat in gedachten zou de boer het systeem zeker aanbevelen aan andere melkveehouders.

De verkoop van kalf bij koe zuivelproducten

Veld en Beek verkoopt zijn producten op de boerderij. Hierdoor kunnen zij een hogere (eerlijke) prijs vragen voor hun producten.

De productiekosten zijn nu veel hoger dan voorheen, maar de baten ook. Op de vraag of het nu moeilijker is om de producten te verkopen, zei de boer “nee”. Veld en Beek streeft er naar om te verkopen aan consumenten die bereid zijn meer te betalen voor meer natuurlijke geproduceerde zuivel. Door de producten op de boerderij te verkopen, is er persoonlijke interactie met klanten mogelijk en wordt het delen van bewustzijn over het productieproces veel gemakkelijker.